19 juni 2025
Na mijn master gezondheidsrecht begon ik bij de Regionale Toetsingscommissie Euthanasie (RTE), waar wordt getoetst of artsen euthanasie zorgvuldig hebben uitgevoerd. In die jaren heb ik veel interessante medisch-ethische discussies gevoerd. Het leuke aan dat werk was dat je in een multidisciplinaire setting werkte, de commissie bestond uit artsen, ethici en juristen, waardoor je ook veel leerde van de kijk op euthanasie vanuit andere disciplines. Toen Johan Legemaate, mijn oud-professor, werd benoemd tot voorzitter-jurist, was ik helaas net vertrokken. Ik vond het jammer dat ik die samenwerking niet meer heb meegemaakt, dat had me toch leuk geleken na al die jaren college, maar ik was intussen nieuwsgierig geworden naar de beleidskant van VWS.
Bij VWS stapte ik over van de medisch-ethische hoek naar de medische technologie. Hier kon ik mijn masters gezondheidsrecht en technology law goed combineren. Toch kwam ik er na een jaar op een beleidsafdeling achter dat dit werk niet bij mij past: te abstract, te bureaucratisch en te weinig verbonden met de praktijk.
Zodoende ben ik in april 2025 gestart bij de forensische zorgspecialisten, als jurist in een tbs-kliniek. Ik merk al meteen dat ik meer op mijn plek ben. Het zijn veel ad hoc en concrete juridische vraagstukken rondom patiënten in de kliniek, waardoor je snel moet schakelen. Achter de vraag ligt speelt zich namelijk vaak op dat moment een probleem af, wat ook daadwerkelijk over een individu gaat. Dit maakt het werk heel tastbaar. Geen dag is hetzelfde en altijd moet de menselijke maat worden meegenomen. Het is een ontzettend interessante doelgroep, het patiëntencontact is een hele nieuwe, maar fascinerende ervaring. En daarnaast werk je met collega's die allemaal een hart voor het vak hebben.
Mijn achtergrond in Gezondheidsrecht is vooral bij de RTE goed van pas gekomen. Daar kon ik direct mijn kennis over de euthanasiewet en medisch-ethische vraagstukken toepassen. Het vak over het begin en einde van het leven bood daar bijvoorbeeld een hele goede basis voor, dit zorgde voor een ‘zachte landing’ in de praktijk.
In mijn tijd als beleidsmedewerker bij VWS kwam gezondheidsrecht iets minder aan bod. Er is heel veel Europese regelgeving over medische technologie (MDR, IVDR, AI-act etc.), maar ik had daar tijdens de studie nog nooit van gehoord. Daar moest ik dus heel veel nieuwe kennis opdoen. regelgeving over medische technologie valt buiten het curriculum van de studie, dus daar moest ik veel nieuwe kennis opdoen.
In mijn huidige werk, als jurist bij een TBS-kliniek, komt het gezondheidsrecht wél weer terug, vooral omdat we ook veel met de Wvggz van doen hebben. Dit is dus weer bekend terrein voor mij. Tegelijkertijd leer ik nu veel bij over strafrecht en de specifieke wetgeving rond forensische zorg en TBS. Dat is een totaal nieuw, maar erg interessant rechtsgebied. Het doet me weer een beetje denken aan studeren, omdat je zoveel nieuwe wetgevingen leert kennen. Ook leer ik in de praktijk nieuwe skills die wel aan bod zijn gekomen tijdens de master, maar die ik in mijn werkende leven nog nooit had gebruikt. Zoals het behandelen van klachten van patiënten en het vertegenwoordigen van de kliniek tijdens zittingen bij de beklagcommissie. Dit proces draagt bij aan de rechtsbescherming van patiënten én aan een goede behandelrelatie en juridisch gezien is het elke zitting weer een uitdaging!
Ik vond (en vind) het soms nog steeds lastig om precies te weten wat ik zoek in een baan: wat past bij mij, waar ben ik goed in, en waar krijg ik energie van? Mijn belangrijkste tip is dan ook: blijf jezelf kritisch bevragen, ook als je al ergens werkt. Vind je het interessant? Leer je genoeg? Heb je fijne collega’s om je heen? En ga je met een goed gevoel weer naar huis?
Gun jezelf de tijd om in een functie te groeien en te wennen, want het is normaal dat het even duurt voordat je je plek vindt. En werk hoeft ook niet elke dag geweldig te zijn. Maar als je na verloop van tijd merkt dat het werk je weinig brengt of niet goed voelt, wees dan ook niet bang om verder te kijken. Vertrouw erop dat elke stap, ook een minder geslaagde, weer nieuwe waardevolle inzichten oplevert. En uiteindelijk zal je links- of rechtsom je weg wel vinden!